
04. Kindertransporten
De Joden hadden het zwaar te verduren. Gelukkig lukte het in november 1939 de zogenoemde Kindertransporten op gang te krijgen. Daardoor vonden maar liefst 10.000 Joodse kinderen een veilig heenkomen in Engeland. Engeland was - net als de meeste andere landen - voor Joden nauwelijks binnen te komen, maar voor kinderen werd een uitzondering gemaakt. Dat hadden ze te danken aan een aantal mensen en Joodse organisaties die daar maanden voor onderhandelden.
Onderhandelingen
Er werd o.a. gesproken met de Nazi Adolf Eichman en de Engelse minister-president Chamberlaine. Eén van de onderhandelaars was de Nederlandse bankiersvrouw Geertruida Wijsmuller-Meijer. Uiteindelijk werd er op 21 november 1938 in Engeland een wet aangenomen, die het mogelijk maakte Joodse kinderen op te nemen als vluchteling.
Voorwaarden van de Engelsen
Voorwaarde was wel dat ze niet ouder waren dan 17 jaar en dat hun ouders niet meekwamen. De kosten voor de reis en het verblijf van de kinderen werd geschat op 50 pond per kind (in 2010 zou dit zo'n € 1.500 zijn). Dit geld werd bijeengebracht door de Joodse gemeenschap in Engeland.
Voorwaarden van de Nazi's
De kinderen mochten niet veel meenemen: een koffer, een tas, 10 Rijksmark en een enkele foto. Speelgoed en boeken waren verboden. Waardevolle spullen zouden onmiddellijk in beslag worden genomen. Het was de achterblijvers niet toegestaan om op het station afscheid te nemen. Dat moest maar thuis of elders gebeuren. De namen van de kinderen werden op een lijst gezet en elk kind kreeg een nummer om de nek. Onderweg werden de lijsten en de kinderen veelvuldig gecontroleerd en dit leidde tot veel vertraging.
10.000 kinderen in veiligheid
Op 1 december 1938 vertrok het 1e transport uit Berlijn. Op 10 december 1938 vertrok er nog een transport uit Wenen. Na de Duitse bezetting in maart 1939 van Tsjechië werden er ook transporten vanuit Praag georganiseerd. In februari en augustus 1939 volgden er transporten vanuit Polen.
In de Hoek op de boot
Omdat Duitse havensteden voor kindertransporten afgesloten waren, reden de treinen via Nederland, en vertrokken de boten over de Noordzee vanuit Hoek van Holland. Op deze manier werden zo'n 10.000 Joodse kinderen in veiligheid gebracht. Het laatste transport vertrok op 1 september 1939 vanuit Duitsland. Twee dagen later, op 3 september 1939, verklaarde Engeland Duitsland de oorlog.
De Joden hadden het zwaar te verduren. Gelukkig lukte het in november 1939 de zogenoemde Kindertransporten op gang te krijgen. Daardoor vonden maar liefst 10.000 Joodse kinderen een veilig heenkomen in Engeland. Engeland was - net als de meeste andere landen - voor Joden nauwelijks binnen te komen, maar voor kinderen werd een uitzondering gemaakt. Dat hadden ze te danken aan een aantal mensen en Joodse organisaties die daar maanden voor onderhandelden.
Onderhandelingen
Er werd o.a. gesproken met de Nazi Adolf Eichman en de Engelse minister-president Chamberlaine. Eén van de onderhandelaars was de Nederlandse bankiersvrouw Geertruida Wijsmuller-Meijer. Uiteindelijk werd er op 21 november 1938 in Engeland een wet aangenomen, die het mogelijk maakte Joodse kinderen op te nemen als vluchteling.
Voorwaarden van de Engelsen
Voorwaarde was wel dat ze niet ouder waren dan 17 jaar en dat hun ouders niet meekwamen. De kosten voor de reis en het verblijf van de kinderen werd geschat op 50 pond per kind (in 2010 zou dit zo'n € 1.500 zijn). Dit geld werd bijeengebracht door de Joodse gemeenschap in Engeland.
Voorwaarden van de Nazi's
De kinderen mochten niet veel meenemen: een koffer, een tas, 10 Rijksmark en een enkele foto. Speelgoed en boeken waren verboden. Waardevolle spullen zouden onmiddellijk in beslag worden genomen. Het was de achterblijvers niet toegestaan om op het station afscheid te nemen. Dat moest maar thuis of elders gebeuren. De namen van de kinderen werden op een lijst gezet en elk kind kreeg een nummer om de nek. Onderweg werden de lijsten en de kinderen veelvuldig gecontroleerd en dit leidde tot veel vertraging.
10.000 kinderen in veiligheid
Op 1 december 1938 vertrok het 1e transport uit Berlijn. Op 10 december 1938 vertrok er nog een transport uit Wenen. Na de Duitse bezetting in maart 1939 van Tsjechië werden er ook transporten vanuit Praag georganiseerd. In februari en augustus 1939 volgden er transporten vanuit Polen.
In de Hoek op de boot
Omdat Duitse havensteden voor kindertransporten afgesloten waren, reden de treinen via Nederland, en vertrokken de boten over de Noordzee vanuit Hoek van Holland. Op deze manier werden zo'n 10.000 Joodse kinderen in veiligheid gebracht. Het laatste transport vertrok op 1 september 1939 vanuit Duitsland. Twee dagen later, op 3 september 1939, verklaarde Engeland Duitsland de oorlog.