
09. Fort aan Den Hoek van Holland
Zonder de Waterweg was er nooit een Fort geweest. De bouw begon in 1881, 4 jaar nadat de Nieuwe Waterweg was opengesteld. Door die open verbinding met zee zouden vijandelijke schepen zo naar Rotterdam kunnen varen. Dat wilde men voorkomen.
De Maasmond moest dus worden beschermd. Daarom werd er een Pantserfort ontworpen, met zwaar kustgeschut. Dat moest verder dragen dan het geschut op de toenmalige oorlogsschepen. Zodra die binnen het bereik van het Fort zouden komen, konden ze vanaf het land tot zinken worden gebracht.
Modernste technieken
Er werd een grote diepe kuil gegraven en daarin metselde men het Fort. Dat werd een ingewikkeld bouwwerk met wel 100 kamers en andere ruimtes en een gangenstelsel van zo'n 3 kilometer. In het Fort werden de, voor die tijd, modernste technieken verwerkt. Op het Fort werden drie draaibare pantserkoepels met kanonnen geplaatst. Die hadden een bereik van 7,5 tot 8 kilometer. De koepels waren van staal en hadden een wanddikte van een meter. Het draaien gebeurde met een stoommachine. De kanonnen werden geleverd door Krupp, de grootste wapenfabriek van Duitsland.
Trots van het leger
Door de ligging was het Fort vanaf zee niet te zien. De vijand kon zijn kanonnen daar dus niet op richten. Mocht het de vijand toch lukken om op het Fort te schieten, dan zouden de granaten van het vijandelijke scheepsgeschut afketsen op de dikke ronde pantserkoepels. Op 1 september 1889 nam het leger het Fort officieel in gebruik.
Eerste Wereldoorlog
In de Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918) was het fort volledig bemand. Maar het was toen wel 25 jaar oud. Men wist al dat het Fort niet in staat zou zijn een vijandelijke aanval af te slaan. Daarvoor was de apparatuur te zeer verouderd. Omdat Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal was, hoefde het Fort niet in actie te komen. Na de Eerste Wereldoorlog bleef het Fort echter wel bemand, tot 1927. Toen vertrokken de laatste soldaten. Vanaf dat moment verbleef er alleen nog een detachement politietroepen en een adjudant-fortwachter.
Nieuwe oorlogsdreiging
In de eerste maanden van 1938 nam de oorlogsdreiging snel toe. Ze werd zo groot dat de legerleiding besloot het Fort weer te bemannen. Op 29 maart 1938 kwamen de eerste soldaten naar Hoek van Holland. Op 1 november van dat jaar werd de bemanning verdubbeld. Vijf maanden later (op 10 april 1939) riep de regering de toestand van oorlogsgevaar uit. De volgende dag werd het detachement Kustartillerie Hoek van Holland opgericht. De bemanning van het Fort was toen weer bijna op oorlogssterkte. Met de mobilisatie (op 29 augustus 1939) werd de bezetting op volledige oorlogssterkte gebracht. De apparatuur was echter nog steeds dezelfde als in 1889 en was inmiddels dus zo'n 50 jaar oud.
Zonder de Waterweg was er nooit een Fort geweest. De bouw begon in 1881, 4 jaar nadat de Nieuwe Waterweg was opengesteld. Door die open verbinding met zee zouden vijandelijke schepen zo naar Rotterdam kunnen varen. Dat wilde men voorkomen.
De Maasmond moest dus worden beschermd. Daarom werd er een Pantserfort ontworpen, met zwaar kustgeschut. Dat moest verder dragen dan het geschut op de toenmalige oorlogsschepen. Zodra die binnen het bereik van het Fort zouden komen, konden ze vanaf het land tot zinken worden gebracht.
Modernste technieken
Er werd een grote diepe kuil gegraven en daarin metselde men het Fort. Dat werd een ingewikkeld bouwwerk met wel 100 kamers en andere ruimtes en een gangenstelsel van zo'n 3 kilometer. In het Fort werden de, voor die tijd, modernste technieken verwerkt. Op het Fort werden drie draaibare pantserkoepels met kanonnen geplaatst. Die hadden een bereik van 7,5 tot 8 kilometer. De koepels waren van staal en hadden een wanddikte van een meter. Het draaien gebeurde met een stoommachine. De kanonnen werden geleverd door Krupp, de grootste wapenfabriek van Duitsland.
Trots van het leger
Door de ligging was het Fort vanaf zee niet te zien. De vijand kon zijn kanonnen daar dus niet op richten. Mocht het de vijand toch lukken om op het Fort te schieten, dan zouden de granaten van het vijandelijke scheepsgeschut afketsen op de dikke ronde pantserkoepels. Op 1 september 1889 nam het leger het Fort officieel in gebruik.
Eerste Wereldoorlog
In de Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918) was het fort volledig bemand. Maar het was toen wel 25 jaar oud. Men wist al dat het Fort niet in staat zou zijn een vijandelijke aanval af te slaan. Daarvoor was de apparatuur te zeer verouderd. Omdat Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal was, hoefde het Fort niet in actie te komen. Na de Eerste Wereldoorlog bleef het Fort echter wel bemand, tot 1927. Toen vertrokken de laatste soldaten. Vanaf dat moment verbleef er alleen nog een detachement politietroepen en een adjudant-fortwachter.
Nieuwe oorlogsdreiging
In de eerste maanden van 1938 nam de oorlogsdreiging snel toe. Ze werd zo groot dat de legerleiding besloot het Fort weer te bemannen. Op 29 maart 1938 kwamen de eerste soldaten naar Hoek van Holland. Op 1 november van dat jaar werd de bemanning verdubbeld. Vijf maanden later (op 10 april 1939) riep de regering de toestand van oorlogsgevaar uit. De volgende dag werd het detachement Kustartillerie Hoek van Holland opgericht. De bemanning van het Fort was toen weer bijna op oorlogssterkte. Met de mobilisatie (op 29 augustus 1939) werd de bezetting op volledige oorlogssterkte gebracht. De apparatuur was echter nog steeds dezelfde als in 1889 en was inmiddels dus zo'n 50 jaar oud.