
15. Vertrek Koningin
Op maandag 13 mei 1940 (tweede Pinksterdag) was het voor ministers en koningin Wilhelmina duidelijk dat de toestand onhoudbaar was. Den Haag was te gevaarlijk, ze moesten weg. Maar waar naar toe? Naar Zeeuws Vlaanderen? Maar echt vluchten wilden ze niet.
Geheime missie
De legerleiding wist dat er in Hoek van Holland Britse torpedobootjagers klaarlagen voor vertrek. Maar welke route naar de Hoek was veilig? Er werd contact opgenomen met politiebureaus in het Westland. Men hield rekening met de gevaarlijke situatie rond Ockenburg en men wilde in geen geval in de buurt van het Staelduinse Bos komen. De Naaldwijkse politie adviseerde via de Woutersweg in 's-Gravenzande te rijden.
Rond 10.15 uur passeerde het escorte Naaldwijk. Eén van de ooggetuigen vertelde later dat er een vrachtwagen tussen reed met militaire politie, de geweren in de aanslag. Op de treeplank en op de reserveband zelfs militairen, vastgebonden zodat ze er tijdens die snelle tocht niet af konden vallen. Op het dorpsplein in Naaldwijk stonden groepjes mensen bij elkaar. De motorrijders die voor het escorte uit reden schreeuwden hen toe dat ze hun handen uit hun zakken moesten halen. Blijkbaar waren ze bang voor wapens in de broekzakken.
Tocht door het Westland
Militairen uit de stoet wisten aanvankelijk niet wie ze begeleidden. Ze gisten er naar. Koningin Wilhelmina? Minister-president De Geer? Een paar ministers? Later vertelden ze ook dat ze bang waren vanuit de lucht ontdekt te worden door Duitse vliegtuigen. Maar er gebeurde niets. Eén van de soldaten: 'We reden snel, over rustige wegen en dijken en het was een onwezenlijke situatie. Rijden langs zonovergoten weiden en velden, geen vliegtuig in de lucht. Den Haag met z'n onrust was ver van ons.'
Verandering bij de Hoek
Bij Hoek van Holland ging het echter mis. Op een splitsing reed één van de eerste auto's rechtdoor in plaats van rechtsaf. De hele stoet kwam tot stilstand en moest keren. Na zo'n 10 minuten kon de stoet weer verder. In de Hoek bleek wél een echte oorlogstoestand te heersen. Op sommige plekken was duidelijk brand geweest. Britse militairen waren bezig met het graven van loopgraven. Kort daarop ging het luchtalarm af en werden ze aangevallen door Duitse vliegtuigen.
Aan boord
Ondanks de beschietingen kwam de stoet uiteindelijk veilig aan bij de Britse torpedobootjager Hereward. Tussen 11.30 en 12.30 uur voer dit schip het zeegat uit, richting Zeeland. Koningin Wilhelmina wilde namelijk zo lang mogelijk op Nederlandse bodem blijven om door te kunnen vechten. Ze dacht dat te kunnen doen vanuit Breskens, samen met de Fransen. Maar al snel bleek het ook daar te gevaarlijk te zijn en verlegde de kapitein de koers naar Harwich in Engeland. Tot groot verdriet van de Koningin.
Op maandag 13 mei 1940 (tweede Pinksterdag) was het voor ministers en koningin Wilhelmina duidelijk dat de toestand onhoudbaar was. Den Haag was te gevaarlijk, ze moesten weg. Maar waar naar toe? Naar Zeeuws Vlaanderen? Maar echt vluchten wilden ze niet.
Geheime missie
De legerleiding wist dat er in Hoek van Holland Britse torpedobootjagers klaarlagen voor vertrek. Maar welke route naar de Hoek was veilig? Er werd contact opgenomen met politiebureaus in het Westland. Men hield rekening met de gevaarlijke situatie rond Ockenburg en men wilde in geen geval in de buurt van het Staelduinse Bos komen. De Naaldwijkse politie adviseerde via de Woutersweg in 's-Gravenzande te rijden.
Rond 10.15 uur passeerde het escorte Naaldwijk. Eén van de ooggetuigen vertelde later dat er een vrachtwagen tussen reed met militaire politie, de geweren in de aanslag. Op de treeplank en op de reserveband zelfs militairen, vastgebonden zodat ze er tijdens die snelle tocht niet af konden vallen. Op het dorpsplein in Naaldwijk stonden groepjes mensen bij elkaar. De motorrijders die voor het escorte uit reden schreeuwden hen toe dat ze hun handen uit hun zakken moesten halen. Blijkbaar waren ze bang voor wapens in de broekzakken.
Tocht door het Westland
Militairen uit de stoet wisten aanvankelijk niet wie ze begeleidden. Ze gisten er naar. Koningin Wilhelmina? Minister-president De Geer? Een paar ministers? Later vertelden ze ook dat ze bang waren vanuit de lucht ontdekt te worden door Duitse vliegtuigen. Maar er gebeurde niets. Eén van de soldaten: 'We reden snel, over rustige wegen en dijken en het was een onwezenlijke situatie. Rijden langs zonovergoten weiden en velden, geen vliegtuig in de lucht. Den Haag met z'n onrust was ver van ons.'
Verandering bij de Hoek
Bij Hoek van Holland ging het echter mis. Op een splitsing reed één van de eerste auto's rechtdoor in plaats van rechtsaf. De hele stoet kwam tot stilstand en moest keren. Na zo'n 10 minuten kon de stoet weer verder. In de Hoek bleek wél een echte oorlogstoestand te heersen. Op sommige plekken was duidelijk brand geweest. Britse militairen waren bezig met het graven van loopgraven. Kort daarop ging het luchtalarm af en werden ze aangevallen door Duitse vliegtuigen.
Aan boord
Ondanks de beschietingen kwam de stoet uiteindelijk veilig aan bij de Britse torpedobootjager Hereward. Tussen 11.30 en 12.30 uur voer dit schip het zeegat uit, richting Zeeland. Koningin Wilhelmina wilde namelijk zo lang mogelijk op Nederlandse bodem blijven om door te kunnen vechten. Ze dacht dat te kunnen doen vanuit Breskens, samen met de Fransen. Maar al snel bleek het ook daar te gevaarlijk te zijn en verlegde de kapitein de koers naar Harwich in Engeland. Tot groot verdriet van de Koningin.